De mienskip als aanjager van de energietransitie
Wie “energietransitie” zegt in Friesland, noemt in diezelfde adem de naam Bouwe de Boer. Kwartiermaker. Initiatiefnemer. Mister Duurzaam. Grondlegger van Fossylfrij Fryslân.
Ze zijn inmiddels met honderdveertig Vrienden (Freonen, op z’n Fries): de stichting Fossylfrij Fryslân (FFF), opgericht in 2017. “Noem ons een soort netwerk van allerlei organisaties,” zegt oprichter Bouwe de Boer. “Gemeenten, lokale organisaties, bedrijven. En allemaal van heel diverse komaf. Garagebedrijven, installateurs, bouwbedrijven, maar ook scholen.” En GroenLeven. Allemaal omdat ze van elkaar willen leren en gezamenlijk Friesland sneller willen verduurzamen.
Bouwe de Boer is een bijzondere ambtenaar. Formeel werkt hij voor de gemeente Leeuwarden, waar hij zich al ruim dertig jaar bezighoudt met duurzaamheid. Een deel van zijn week spendeert hij sinds de oprichting in 2017 als aanjager en directeur van FFF. Let wel: voor de gehele provincie Friesland. “Dat is best bijzonder. Ik ken geen enkele ambtenaar die dit op deze manier mag doen.”
Zichtbare projecten
Wie De Boer vraagt naar de reden van het succes van FFF, krijgt steevast van hem te horen: “Echt dingen doen. Van zichtbare dingen worden partijen enthousiast. Iets realiseren. Dat kan een optocht zijn, bij wijze van spreken, waarmee je met z’n allen veel opzien baart. Of een heel nieuw project op het gebied van zonne-energie, deelauto’s of woningbouw.” De stichting FFF faciliteert zulke samenwerkingen. “Onze rol is het bij elkaar brengen van die organisaties, een aanpak ontwikkelen en daar – waar nodig – geld bij regelen. Belangrijk voor de realisatie van die ‘zichtbare dingen’ is goed luisteren als organisatie. Wat zouden we kunnen doen? En vooral: waar is behoefte aan in Friesland?”
“Het meest trots ben ik op de continue samenwerking die we hebben.” De vragen komen altijd van onderop. Dat maakt de inzet van Friesland met betrekking tot de energietransitie ook zo bijzonder. “De club beslist zelf wat ze doet. Normaal gesproken is dat natuurlijk de overheid.” FFF vraagt de overheid soms wel om te helpen. De verschillende regionale overheden zijn bovendien zelf lid. “Ze praten mee, maar zijn niet de baas over de projecten.”
Bloeizones
De nieuwste uitdaging van de Friese aanjager? Bloeizones ontwikkelen in Friesland. Drie jaar geleden hoorde De Boer voor het eerst van blue zones, gebieden in de wereld waar mensen extreem oud worden. Uit onderzoek blijkt dat mensen juist daar oud worden omdat ze genoeg bewegen, lokaal eten en vooral veel met elkaar samen doen. “Dat past eigenlijk wel in Friesland, dacht ik toen. Toen ik erover ging vertellen waarom Friesland bij uitstek zo’n plek kan zijn, merkte ik dat mensen er dolenthousiast van werden.” Vier jaar lang mag De Boer nu met geld van de provincie ‘het Woord’ verspreiden.
“De eerste successen zijn al geboekt,” aldus De Boer. In het Friese Warga vertelde hij over zijn initiatief. Er werd een werkgroep opgericht waarvoor zich spontaan twintig mensen aanmeldden. “Die hebben direct afgesproken dat de dorpsbewoners elkaar elke dag op straat groeten als ze elkaar tegenkomen. Als begin. Zo klein kan het zijn.” Er zijn inmiddels al zes Friese gemeenten die een Bloeizone willen worden. “En het ene dorp bedenkt dit, het andere dat. Prachtig vind ik dat.”
Je kunt je natuurlijk afvragen wat een Bloeizone te maken heeft met de energietransitie. Ook daarop heeft De Boer een antwoord. “Als we door Bloeizones mensen gelukkiger en gezonder kunnen maken, waardoor ze langer leven, dan is dat onderdeel van de energietransitie. Medische kosten omlaag brengen – grootverbruikers van energie – draagt evengoed bij. Relatief is het heel simpel, eigenlijk.”

Rimpeleffect
Voor een buitenstaander is het misschien bijzonder, voor de Fries is het eigenlijk heel gewoon. De dingen samen doen. “Dat is de kracht van Friesland. We kennen elkaar hier allemaal een beetje, dus je kent altijd wel iemand die iets weet. Of je kent wel iemand die iemand kent.” Mienskip noemen ze dat in Friesland. Gemeenschapszin. De dingen met elkaar doen en gewoon beginnen, want iedereen heeft z’n steentje bij te dragen.
“Ik vind het interessant dat we dit soort projecten op relatief kleine schaal aan het organiseren zijn. Daarmee krijgen ze hun eigen dynamiek van de mensen die daar toevallig in de buurt wonen,” legt De Boer uit. Eigenaarschap is een wezenlijke voorwaarde om de energietransitie te versnellen. Niet voor niets kent Friesland als enige provincie in Nederland zoveel lokale energiecoöperaties die meepraten over en meedelen in de opbrengsten van (grootschalige) energieprojecten. Het mag geen verrassing zijn dat Douwe de Boer ook aan de oorsprong van deze coöperaties lag.
“Bovendien moet je niet onderschatten hoe belangrijk de rol van bedrijven als GroenLeven is. Daar werken elke dag honderdzeventig mensen aan de energietransitie. Ze zijn continu bezig met duurzame energie.” Hoe meer mensen in een gebied er al op dagelijkse basis mee bezig zijn, hoe groter de kans dat er ook lokaal wat mee gebeurt. “Er hoeft maar één medewerker te zeggen: ‘Ik ga me hier lokaal in mijn dorp ook voor inzetten.’”
En wat doen ze dan aan de energietransitie? Het antwoord op die vraag is kort. “Dat interesseert me niet zoveel. Als het maar een positieve impact heeft.”
Groendoen-magazine nu beschikbaar!
Omdat het delen van kennis van groot belang is voor het versnellen van de energietransitie, wordt het Groendoen-magazine landelijk verspreid onder relaties, partners, NGO’s en beleidsmakers op zowel landelijk, regionaal als lokaal niveau. Ook is deze vanaf nu gratis verkrijgbaar via onze kennisbank. Wij wensen u veel leesplezier!