Dubbelfuncties en netcongestie
Combinaties van energiebronnen en andere toepassingen maken een duurzame energievoorziening mogelijk. Ze lossen ook een ander probleem op: netcongestie. ‘Op veel plekken zitten de netten gewoonweg vol,’ legt Weeda uit. ‘Dat geeft lokaal problemen, die we kunnen verhelpen door slimmer te werk te gaan. Denk bijvoorbeeld aan energiehubs, waar energie lokaal opgewekt en verbruikt of opgeslagen wordt. Je voorkomt daarmee verzwaring van het elektriciteitsnet en je creëert een nieuw verdienmodel.’
GroenLeven is momenteel zo’n energiehub in Noord-Brabant aan het ontwikkelen. In een rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt elektriciteit opgewekt en een warmtebuffer gecreëerd, die aangesloten kan worden op een bestaand warmtenet. ‘Nu wordt dat gevoed op biomassa, met hout dat de halve wereld over heeft gereisd,’ zegt Weeda. ‘Een duurzame oplossing, dachten we. Maar we weten inmiddels dat het niet zo is, dus moeten we er weer vanaf. Dat is ook de kern van de energietransitie. Het woord zegt het al: het is iets tijdelijks. Niets is permanent.’
Iedereen voordeel
Betrokkenheid van omwonenden is een belangrijk aspect van de Regionale Energiestrategieën (RES). Zij moeten betrokken zijn bij de energietransitie en zich vertegenwoordigd voelen in besluitvorming. ‘Het maatschappelijke perspectief is minstens zo belangrijk als het technische,’ vindt Weeda. ‘We willen daarom uiteindelijk toe naar volledige participatie en volledig lokaal eigenaarschap.’
GroenLeven wil voorkomen dat bij participatieprocessen vooral de usual suspects betrokken worden. Werk je toe naar gezamenlijk eigenaarschap, dan bereik je veel meer mensen, weet Weeda. ‘Bewoners kunnen natuurlijk last hebben van bijvoorbeeld een windmolen, maar geef ze dan de mogelijkheid een stukje van de vruchten te plukken! Als iets van jou is en je mag je stem laten horen, voel je je veel meer betrokken. Dat is heel belangrijk voor het draagvlak.’
Het is belangrijk dat álle omwonenden profiteren van de duurzame energie, ook lagere sociaaleconomische groepen, vindt Weeda. ‘Mensen die niet de middelen hebben om deel te nemen aan energieprojecten, ondervinden er momenteel wel vaak de lasten van, omdat zij net op de verkeerde plekken wonen waar overlast door energieopwekking kan zijn. Creëer je voor hen de mogelijkheid om goedkope, duurzame energie te krijgen, dan heb je een hele belangrijke sleutel in handen.’
Urgentie
Op Prinsjesdag kondigde het demissionaire kabinet een investering van 1,3 miljard euro voor energie-infrastructuurprojecten aan. Een goede zaak, vindt Weeda, maar er is meer nodig dan alleen geld. ‘Op lokaal niveau neemt GroenLeven het voortouw in kennisdeling en marktconsultaties, om gemeenten bewust te maken van het denken in systeemoplossingen. Op landelijk niveau hebben we echter meer support nodig en ook een stukje meer regie op de Regionale Energiestrategieën.’
Hoe eerder een nieuw kabinet aantreedt, hoe beter, vervolgt hij. ‘De landelijke politiek voelt de urgentie inmiddels wel van het klimaatprobleem, maar zonder regering is er ook geen nieuw beleid. Op het gebied van klimaat is een daadkrachtige overheid ontzettend belangrijk en die ontberen we op dit moment. In de energietransitie is het niet een kwestie van of dit, of dat, of alleen het laaghangende fruit te plukken. Lees het IPCC rapport er maar op na en je begrijpt dat wij ons oprecht zorgen maken. Ik ben geen onheilsprofeet, maar de tijd tikt door. We moeten meer snelheid maken.’